Macarons

Macarons: de heerlijke maar peperdure koekjes die je bij de supermarkt in alle soorten en maten kunt krijgen. Nu kan ik ze zelf maken! En jij straks ook, met dit recept. Het is hartstikke leuk om te doen, maar wel even een klusje… Neem er dus genoeg tijd voor, dan komt het helemaal goed!

Dit recept is voor ongeveer 25 macarons

INGREDIËNTEN
150 g amandelmeel
150 g poedersuiker
5 tl cacao
4 eieren
150 g kristalsuiker
100 ml slagroom
100 g pure chocolade
2 vellen bakpapier
Iets ronds van 3cm ø (bijvoorbeeld een dop of klein glaasje)
Kookthermometer
Spuitzak

BEREIDING
Dit recept bestaat uit veel verschillende stappen. Daarom is het handig soms eerst een aantal dingen klaar te zetten voor je verder gaat. Deze stappen zal ik in het recept erbij zetten. 

Teken op elk vel bakpapier 25 cirkeltjes. Leg allebei de vellen op een (eigen) bakplaat. Zorg dat de kant waarop je hebt getekend naar beneden ligt, zodat er geen stift in je koekjes komt. Zet de bakplaten nu opzij.

Doe het amandelmeel in een kom en roer de poedersuiker in delen erdoorheen. Roer hier ook twee theelepels cacaopoeder doorheen.

Nu hebben we twee keer 55 g eiwit nodig. Scheidt hiervoor de eieren en weeg het af, zodat je twee aparte bakjes hebt met 55 gram eiwit. 

Roer 1 bakje eiwit door het amandelmeel. Je kunt hier het best een pannenlikker voor gebruiken. In eerste instantie lijkt het misschien geen geheel te worden, maar uiteindelijk krijg je een dik deegje. 

Het andere bakje eiwit klop je stijf. 

Breng in een pan de kristalsuiker met 38 g water aan de kook. Kook de suikersiroop op tot het 118 graden is. Laat het dan uitbruisen. Giet het vervolgens in een dunne straal bij het eiwit. Als je het eiwit in een keukenmachine klopte kun je het blijven mixen terwijl je de suikersiroop erbij giet. Gooi anders steeds een beetje siroop erbij en mix dan weer door. 

Roer nu 1/3 van het eiwit door het amandelbeslag. Als dit is gemengd spatel je in delen de rest van het eiwit erdoor, tot je een taai beslag krijgt. 

Giet het beslag in de spuitzak. Spuit nu toefjes op de vijftig getekende cirkels. De toefjes kunnen iets groter zijn dan je denkt, het hoeven nog geen platte koekjes te zijn. 

Laat de bakplaten nu drie kwartier onafgedekt staan. Ze krijgen nu een ‘huidje’. Dat wil zeggen dat het koekje een soort hard buitenkantje krijgt. Je kunt dit voelen met je vinger. Bestrooi nu met een beetje cacao over de koekjes en zet in de oven (voorverwarmd op 150 graden).

Na 10 minuten: houd de oven 5 seconden open
5 minuten hierna: houd de oven 5 seconden open
5 minuten hierna: houd de oven 5 seconden open
5 minuten hierna: haal de koekjes uit de oven.
Het openhouden van de oven zorgt ervoor dat de suikersiroop niet karameliseert. 

Als de koekjes uit de oven komen of nog een aantal minuten moeten kun je de vulling gaan maken. Snijd de chocolade in grove stukken en doe ze in een kom. Verwarm in een pannetje de slagroom. Als deze begint te borrelen giet je de slagroom over de chocolade.  Roer door tot het geheel een massa is. Giet het eventueel over in een kleiner kommetje en zet in de ijskast. 

Roer na vijf minuten het geheel door. Als het nog warm is, zet je het nog even terug. Als het afgekoeld is, ga je het opkloppen. Klop het mengsel met een mixer (of anders met de hand) op tot het een dikke chocoladecrème is. Zet dit klaar om zo meteen tussen de koekjes te smeren.

Maak nu de koekjes af. Pak een koekje, smeer met een theelepel een beetje vulling hierop en dek de macaron af met een ander koekje. Kies hierbij koekjes die zoveel mogelijk dezelfde grootte hebben. 

Serveer en eet smakelijk!